Ze gaan er met je neus vandoor

 

De vele lovende reacties die het boek krijgt zijn niet overdreven. Wat een mooi boek! Ik heb het in één ruk uitgelezen en vond het fantastisch. Het is grappig, origineel, verrassend, boeiend en leerrijk. De auteur, Ted van Lieshout, werd terecht bekroond met de eerste prijs van De Grote Poëzieprijs Jongerenjury 2019 en won datzelfde jaar de Boekensleutel.

Zijn het gedichten? Is het een verhaal? Het is het allebei tegelijk!, lees je op de achterkant. Het is inderdaad een mooi verhaal met een diepere laag, waarin verschillende gedichten verweven zitten. De grafische vormgeving die het verhaal kracht bij zet, is een waar feest voor het oog. De inhoud valt als het ware samen met de vorm, waardoor de creativiteit van de auteur op een sublieme manier tot uiting komt.

Het boek begint met een gedicht, waardoor de titel meteen duidelijk wordt. Daarna volgt een leeg wit blad, met in zachte bedrukking woorden die vragen hoe het nu verder moet. Op elke pagina die volgt, komen er meer en meer woorden bij die de dichter tot de orde roepen en hem aanmanen om een  nieuw gedicht te schrijven. Van de dichter komt geen woord. Wel verschijnen naast de zwarte letters, rode woorden. Deze woorden komen van een nog onbekende dichter en willen het boek overnemen. Ze duwen letterlijk de zwarte letters van de pagina, waardoor er een oorlog ontstaat tussen de zwarte en de rode letters.

Stilaan wordt duidelijk dat de oorlog tussen de woorden, de strijd tussen de verschillende landen tijdens Wereldoorlog I weergeeft, met kogels die over de pagina’s vliegen. De zwarte letters winnen de strijd, maar komen er niet ongeschonden uit. Dit geeft van Lieshout op een fantastisch creatieve manier weer.  

De wijze waarop de auteur het boek vorm gaf, maakt dat het boek een echte belevenis wordt. Er moet gespeurd worden naar woorden en het boek moet gedraaid worden. Dit draai- en zoekwerk maakt dat je als lezer vertraagd wordt en stilstaat bij de woorden en betekenis van de zinnen. Op deze manier is het leidraad voor jongeren om poëzie te leren lezen.

Dit boek kan je op verschillende manieren inzetten tijdens een les. Zo kan je brainstormen over de titel en vervolgens de leerlingen het eerste gedicht laten lezen.  Daarna kan je hen stap voor stap de verschillende pagina’s laten ontdekken, zonder iets over de Grote Oorlog te verklappen. De leerlingen moeten zelf ontdekken wat de link is tussen de letters, de vorm van het boek en de inhoud. Zo leren ze linken leggen tussen het onderliggende verhaal en de realiteit. Achteraf kan je dan verder bouwen op wat er tijdens WO I is gebeurd en hoe het in het boek wordt weergegeven.

De enige bedenking die ik me maak bij dit boek is of het ook geschikt is voor leerlingen met dyslexie. Zo springen op sommige pagina’s de woorden heen en weer en moet je er zelfs als geoefend lezer, goed je aandacht bijhouden. Dit kan, volgens mij, een struikelblok zijn voor leerlingen met dyslexie. Een goede begeleiding bij sommige pagina’s is dus zeker aangeraden. Samen de pagina’s rustig doornemen en ze de leerlingen op eigen tempo laten verwerken is volgens mij de geschikte manier om alle leerlingen van dit boek te laten genieten. Want zo’n prachtig boek mag geen enkele leerling ontnomen worden.

Ze gaan er met je neus vandoor, Ted van Lieshout ...

Reacties

Populaire posts